Tijdens een korfbalwedstrijd nemen twee teams het tegen elkaar op met als doel de meeste doelpunten te maken. Er zijn zeven spelers in elk team. Het spel wordt meestal gespeeld op een rechthoekig binnenveld met doelringstokken aan beide zijden. Games duren over het algemeen een uur, met pauzes na elke 15 minuten. Er zijn echter enkele variaties die het tempo verhogen.
De bal wordt over het speelveld doorgegeven en in een van de doelgaten gegooid om punten te scoren. Elke speler krijgt een specifieke positie toegewezen. Dit definieert hun rol en beperkt naar welke gebieden ze mogen verhuizen. Wanneer een persoon de bal heeft, hebben ze meestal maar drie seconden om de bal te passen of te proberen te scoren.
Terwijl het team probeert de bal in de doelring van de tegenstander te krijgen, moet het team tegelijkertijd hun eigen hoepel verdedigen. Slechts twee spelers kunnen in aanvallende/verdedigende posities blijven. De rest van het team is beperkt tot een gebied dat tweederde van het netbalveld omvat. Degenen in het midden kunnen echter overal naartoe reizen, behalve de schietcirkel. Teamplaatsing is daarom essentieel. Elke speler moet een rol krijgen die past bij zijn sterke punten.
Aan het begin van elk quarter wordt de bal gepasseerd vanuit het midden van het veld. Het moet worden aangeraakt door een speler in elke sectie voordat een doelpunt wordt toegestaan. Hoewel contact tussen rivalen kan worden toegestaan, kunnen fouten worden verklaard als dit een tegenstander hindert.